Een tikkel

door Miranda Olijrhook, columniste.

Ik voel mij de dikste, onaardigste, schreeuwerigste en lelijkste vrouw van de hele wereld.  Ik hoef niet ongesteld te worden, daar lig het dus niet aan. Het is het gewoon eenvoudig de waarheid, die ik nu maar eens onder ogen moet zien. Verzwolgen onder zelfmedelijden zit ik met een pot thee en een pak kaakjes op de bank mijn persoontje onder de loep te nemen.

De kaakjes had ik bijvoorkeur ingeruild voor een grote reep chocola. Ware het niet dat ik sinds enige tijd, tijdelijk bevangen door een enorme gave van zelfbeheersing, vijf kilo ben afgevallen. Deze vijf kilo’s hijgen in mijn nek als een leeuw die hongerig naar zijn prooi loert, klaar om in de aanval te gaan. Elk moment kunnen zij weer aan mijn lijf kleven. Dus voor mij geen chocola meer. Ik moet mijzelf troosten met andere middelen, thee en kaakjes dan maar.

Ik ben die moeder die de gameboy van haar oudste zoon aan gort heeft gegooid. Dat maakte hij mij vandaag nog eens goed duidelijk. Dankzij mij zit hij totaal verloren met een enorm gebrek aan leuk afleidend speelgoed, zich te vervelen tot hij zich mag storten op een nieuw onderdeel van de toets die hij op school moet maken. Terwijl zijn klasgenoten de spanning te lijf gaan door zich als een bezetene op hun computerspelletjes te storten. Mijn zoon moest dan maar een boek gaan lezen, opperde ik nog in een poging mee te leven. Maar dit werd door dezelfde zoon weer direct afgestraft. “”Ja, mam, ik ben jou niet! Ik lees geen boeken, ik had graag gespeeld met mijn gameboy die jij…..” Ja ja, ik weet het. Ik heb het gedaan.

Een half pak kaakjes is inmiddels weggewerkt.

Ik ben diezelfde moeder die altijd heeft gezegd dat ze nooit, maar dan ook nooit tegen haar kinderen zou schreeuwen. Ik werd in mijn eigen jeugd vaak toegeschreeuwd door mijn eigen moeder en ik haatte het.  Zo zou ik niet worden. Nee hoor, absoluut niet. Nu zijn de dagen schaars dat ik normaal uit mijn woorden kan komen. Mijn kinderen zijn niet eens meer onder de indruk als ik mijn stem verhef. Laat haar maar, die komt zo tot rust, denken ze nu. En ik troost me maar met de gedachte dat ze in ieder geval een olifantenhuid ontwikkelen. Kan in hun volwassen leven nog weleens van pas komen.  Het kost mijn jongste zoontje echter iets meer moeite. Want na mijn tirade vraagt hij altijd met grote ogen:”Maar mama, je vindt mij toch nog wel lief?” Ik ben echt een takkewijf. Ik gun mijn kinderen een veel lievere moeder dan ze nu hebben.

En terwijl ik een slok thee neem, verbrand ik mijn lip. Eigen schuld.

Ook ben ik een moeder die met veel gezucht en gesteun naar de verrichtingen van mijn kinderen in de sponsorloop komt kijken. Ik heb een andere planning voor de ochtend, maar zie deze weer in het water vallen. Drie van mijn kinderen zitten op de basisschool en mogen op drie verschillende tijden hun rondjes rennen om zo geld in te zamelen voor een nieuw speelplein. Met gedwongen interesse lees ik de tijden op de lijst, die aan de schooldeur hangt.  ‘Gelukkig’ liggen de tijden verspreid over de ochtend, te dicht op elkaar om nog naar huis te kunnen en te ver uit elkaar om bij school te blijven hangen. Ik kies er toch voor om thuis even snel mijn mail te checken, nadat het eerste kind hijgend zijn klaslokaal weer inloopt. Ik ben op tijd voor de volgende groep, maar ziet in al die renners geen vertrouwd gezichtje. Ik kijk de lijst op de schooldeur nog eens na en kom er vervolgens achter dat het tweede kind heeft moeten rennen zonder de onmisbare aanmoedigingen van zijn moeder. Als enige uit zijn klas. En weer heb ik gefaald.

Ik verslik mij bijna, doordat ik twee kaakjes tegelijk in mijn mond prop.

De pot thee is leeg, de kaakjes opgegeten, als mijn kinderen uit school komen. De jongste zoon vliegt mij om de nek en geeft een dikke kus. “Ik vind jou heel lief, de liefste mama van de heéééle wereld,” voegt hij aan de kus toe. De tweede zoon vertelt dat het niet erg is, dat ik er niet was. Kom ik volgend jaar maar kijken. De goedzak. De derde zoon vindt mama helemaal niet streng, hij is zelf ook niet altijd even lief, zegt hij begripvol.

 

Wat heb ik toch lieve knullen. Dat hebben ze vast niet van mij geërfd.

 

En als ook onze enige meid ’s avonds bij het naar bed brengen tegen papa zegt: “dat doet mama wel” en dan haar armpjes naar mij uitstrekt, kan ik mijzelf weer in de spiegel aankijken.

 

Ik ben gewoon net een tikkel, hard van buiten, maar zacht van binnen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.