Déjà Vu

door: Erna van ’t Westeinde.

Soms lijkt het of alles tegen zit. En als eenmaal één ding niet goed loopt lijken alle gebeurtenissen zich als dominostenen te gedragen en is zo’n dag een opeenvolging van pech.
Het begon allemaal toen ik voor dag en dauw moest opstaan om het vliegtuig naar Hamburg te halen. Ongetwijfeld heeft mijn wekker op tijd gerinkeld en ik zal deze gezien het onmogelijk vroege tijdstip hebben uitgezet, mijzelf omgedraaid en nog een kwartiertje doorgeslapen.
Om vervolgens weer wakker te schrikken, alle spullen bij elkaar te grissen, kus aan man en kinderen en veel te laat in de auto te stappen met een Liga als ontbijt op weg naar Schiphol. In de file bedacht ik me, dat door dat extra kwartiertje slapen mijn dag toch weer met superstress begon. Het was nog even spannend of ik mijn vliegtuig zou halen, maar een half uur voor vertrek racete ik de parkeergarage in. Snel parkeren, rennen naar de vertrekhal om zo snel mogelijk door de douane naar de gate te komen. Inchecken doe ik via Internet thuis, dus mijn instapkaart had ik bij de hand. Althans, dat dacht ik. Tas overhoop, alles er uit, papieren lagen helemaal onderin, papieren er uit, kleding er weer in en door de douane. Alle crèmes en tandpasta had ik netjes in mijn plastic zakje gestopt, riem af, jas uit. De nieuwe procedures op de luchthavens verrassen mij niet meer. Maar mijn nieuwe schoenen wel, dus het poortje piepte genadeloos toen ik er onderdoor liep en met een diepe zucht liet ik mij fouilleren, schoenen uit en extra door de controle, terwijl de minuten langzaam doortikten en ik op de klok zag, dat ik nog enkele minuten had om op tijd bij de gate te komen.
Ik was op tijd. Het vliegtuig echter niet, dus mocht ik nog een drie kwartier napuffen om vervolgens na een turbulente vlucht een sprint te trekken naar de taxi die in een urenlange file langzaam richting Hamburg-centrum schoof, richting kantoor.

Na een dag vergaderen ontdekte ik ’s avonds in het hotel, dat ik de oplader van mijn mobiele telefoon was vergeten en natuurlijk was de batterij van mijn toestel bijna leeg. Snel een SMS naar huis gestuurd met de vraag of alles goed was, wekker op de telefoon aangezet en mijn bed ingedoken. Ik heb heerlijk geslapen, totdat ik ’s morgens door het licht wakker werd. Wekker niet afgelopen. De batterij van mijn mobiele telefoon was eveneens gaan slapen. Met een angstig gevoel greep ik naar mijn horloge om met een ruk rechtop in mijn bed te zitten om te concluderen dat ik nog twee uur had om mijn vliegtuig terug naar huis te halen. Al mijn spullen bij elkaar gegrepen en in mijn tas gegooid, nadat ik eerst de receptie van het hotel telefonisch had verzocht met spoed een taxi te bestellen. Achter in de taxi, die binnen enkele minuten muurvast zat in de file naar de luchthaven, werkte ik nog snel een Liga naar binnen als ontbijt. Vervolgens dook ik in mijn tas, om tussen alle kleding mijn reispapieren te zoeken. Even vroeg ik me af, of ik het vliegtuig terug naar huis wel zou halen en hoe ik het thuisfront zou informeren, gezien het feit dat ik geen werkende mobiel meer tot mijn beschikking had.
Bij het Hamburger vliegveld ging het inchecken snel, maar was de douane als vanouds traag. Terwijl ik mijn jas, riem, plastic make up tasje én schoenen door de security check schoof, keek ik op mijn horloge om te zien hoeveel minuten ik nog had om bij de gate te komen. Het waren er vijf. Door het poortje, geen piep gehoord maar werk ik wel gefouilleerd. Routinecontrole deze keer. Ik was nog net op tijd bij de gate, stapte als laatste passagier in het vliegtuig om vervolgens van de piloot te vernemen dat we door een technische storing, die inmiddels wel was verholpen, een half uurtje vertraging hadden opgelopen en moesten wachten om te kunnen opstijgen. Het werd drie kwartier, waarna een rustige vlucht naar Schiphol volgde.
Een uur later liep ik richting parkeergarage Schiphol, alwaar de paniek weer toesloeg. Waar had ik in vredesnaam mijn auto geparkeerd? In alle hektiek was ik vergeten het nummer van de rij te noteren waar de auto stond, dus was het graven in mijn geheugen welke ingang het ook weer was. Klein uurtje en vele kilometers later had ik hem gevonden om bij de uitgang te merken, dat mijn uitrijtijd inmiddels verlopen was en de slagboom weigerde te openen. De helpdienst had blijkbaar even koffiepauze, en reageerde niet op de druk op de “helpknop”, terwijl een kleine file zich achter mij opbouwde.
Eindelijk reactie, slagboom open en op weg naar huis. De verwachte file richting huis was er gelukkig niet. Eenmaal thuis ontving ik een dikke knuffel van de kinderen, die alles weer doen vergeten van de afgelopen dagen. En morgen? Morgen werk ik gelukkig thuis.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.