Je eigen imperfecties als ‘handtasje’

door: Astrid Maria Boshuisen, www.mijngelukmaakikzelfwel.nl.

Wat maakt gelukkig? Een kopje thee in de tuin, een huis in Zuid-Frankrijk. We komen meestal vrij makkelijk op grote of kleine positieve geluksfactoren. Maar er is een bron van geluk die – zeker in de op perfectie beluste westerse maatschappij – veel minder aandacht krijgt: namelijk, je eigen imperfecties. Of liever, wat je ermee doet.
Er is een aflevering van Vinger aan de pols waarin Patricia Paay vertelt, hoe ze heel lang in een sprookjeswereld heeft geprobeerd te leven. Een wereld van (uiterlijke) schoonheid, stralende glimlach, imago, succes. Tot zover kun je je het verhaal ongetwijfeld moeiteloos voorstellen bij deze ‘glamourqueen’. Wat echter de buitenwereld niet mocht weten, was dat daarachter een heleboel onzekerheid en angst zat. In stilte lijdend, was dat mooie poppetje dat zich presenteerde aan de buitenwereld, helemaal niet zo ‘in control’als ze leek. Inmiddels is – mede dankzij de Telegraaf – breed in het nieuws uitgemeten dat Patricia aan angina pectoris lijdt. Ook in Vinger aan de pols kwam dat aan bod. Opvallend is, hoe Patricia in die aflevering haar eigen imago ‘fileert’. Zorgen voor haar zorgvuldig geconserveerde uiterlijk zal een tweede natuur blijven, dus dat is wat de eerste aanblik oplevert. Maar verder is alles veranderd nu de schijn niet meer wordt opgehouden. Achter de bekende stralende glimlach en het (maatschappelijk) succes, zijn angsten, verdriet en onzekerheden die ze zo lang heeft verborgen, nu openlijk aanwezig en bespreekbaar. Of, in haar eigen woorden: “Ik had veel meer moeten praten. Ik heb zo lang vastgezeten met dingen. Mensen, práát over je problemen. Deel ze. Anders slaan ze naar binnen en daar wordt je hart ziek van.”

Is je hart een beetje verkouden – of ziek?
Een ziek hart. Misschien herken je dat gevoel, al is het maar bij tijd en wijle. Of misschien zijn jouw eigen onzekerheden en angsten een ‘verkoudheidje’ van het hart, dat maar zelden de kop opsteekt. Hoe dan ook, staat de boodschap overeind: een belangrijk deel van ons geluk zit niet in het zoeken van de positieve factoren, maar ook in het omploegen van de vruchtbare aarde van gevoelens en eigenschappen die we als negatief zien. Zelfs al is die geluksfactor moeilijker bereikbaar dan dat ‘verse kopje thééé’ waar René Froger het over heeft in zijn beroemde lied, het kan de moeite waard zijn om te kijken wat je op dit vlak voor jezelf kunt doen. Dat begint met een eerste moeilijke maar waardevolle stap: je eigen verborgen zwarte kantjes zonder veroordeling onder ogen leren zien.

Om dit te illustreren met een persoonlijk voorbeeld: ik vond het zelf een bijna arrogante onderneming om een boek over geluk te schrijven, terwijl ik daardoor des te sterker besefte dat er dingen in mezelf waren die ik niet onder ogen durfde te zien, of waar ik (nog) blind voor was. Ja, ik wilde graag een boek publiceren, maar op welke autoriteit, onvolmaakt als ik ben? Ik vroeg de co-auteur van de Amerikaanse bestsellerschrijver Iyanla Vanzant, hoe zij over die drempel was gekomen. Haar antwoord was: ‘Als mensen je vragen hoe het komt dat je niet perfect bent maar wel ‘zelfhulpboeken’ schrijft, zeg dan gewoon: ja, ik schrijf boeken. En ja, ik heb imperfecties. Ik werk aan mezelf. Jij werkt aan jezelf. Misschien kunnen we van elkaar leren.”

Kom bij de ‘weeffoutenclub’
Zo is dat. We kunnen van elkaar leren. We kunnen zelfs van elkaar leren om onszelf niet te veroordelen. Toen ik eindelijk, na letterlijk decennia van geheimhouding, aan mijn meest dierbaren het geheim prijsgaf dat ik soms aan een paniekstoornis leed, was de opluchting immens. De veroordeling die ik in mezelf ervoer, kwam ik bij letterlijk niemand tegen. Integendeel. Mensen spraken hun bewondering uit over het feit, dat ik dit durfde te delen. Maar, veel belangrijker, tot mijn grote verbazing gaven dierbaren van wie ik nooit iets had vermoed, hun eigen geheim prijs: meermalen hoorde ik dat de ander een vergelijkbaar probleem had. Een verborgen angst of verdriet, een gevoel of stukje onverwerkt verleden dat ze zelf vaak als ‘weeffout’ aanmerkten, net als ik; maar wat in feite iets blijkt te zijn dat we allemaal delen: we hebben allemaal onze angsten, onzekerheden, eigenaardigheden.

Het korset van verwachtingen
Verborgen kanten van jezelf in de openbaarheid brengen, zij het onder intimi, zij het voor de hele buitenwereld, kan een geluksfactor van belang zijn. Je stelt je open voor andervrouws of –mans acceptatie, maar ook voor broodnodige zelfacceptatie. Je zwarte kantjes tonen betekent dat je openlijk durft te zeggen, ook tegen jezelf: dit ben ik, dit is het ‘pakket’ waaruit mijn hoogstpersoonlijke mix bestaat. De opluchting die je kunt ervaren door jezelf als dat hele, ‘ronde’ karakter te presenteren, is vaak immens. Zelfs als het kleinere zogenaamde tekortkomingen of zwaktes betreft, of als je dingen alleen met een heel goede vriendin deelt. Elke stap waarmee je jezelf vrijer maakt van dat knellende korset van verwachtingen van jezelf of anderen, van imago, van glimmend poetswerk over plekjes die nu eenmaal dof zijn en horen te zijn, is een geluksfactor.

Zwaaien, met dat handtasje!
Coach en schrijver Susanne Piët zei het een keer prachtig in een pleidooi voor het accepteren van onze menselijke onvolmaaktheden: wellicht is het tijd om onze imperfecties, groot of klein, te gaan zien als een soort innerlijk accessoire. Een onzichtbaar handtasje, als het ware. Wie je er ook in wilt laten delen of niet, voor je eigen geluk is het ontwikkelen van die levenshouding fantastisch gereedschap. Ik heb een handtasje. Jij ook. Misschien kunnen we er zelfs mee zwaaien!

Astrid Maria Boshuisen schreef ‘Mijn geluk maak ik zelf wel, psychosurvivalgids voor vrouwen’ (uitgeverij Het Spectrum). Meer over geluk, succes en zelfontplooing, vind je op www.mijngelukmaakikzelfwel.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.