Kinderfeestjes

door Miranda Olijrhook, columniste.

Ik heb in mijn leven al een heleboel kinderfeestjes meegemaakt. Niet dat ik zo populair was vroeger op school. Integendeel, ik vraag mij weleens af of mijn vroegere klasgenoten aan mij zouden denken als hun schooljeugd aan hen voorbij komt. Ik was niet bepaald een opvallend personage in de klas. Of ze moeten die keer herinneren dat ik met mijn hoofd achterover sloeg tegen de kast, omdat ik mijn stoel uitprobeerde op twee poten.

Of die keer dat mijn vriendinnetje een val maakte in het gymlokaal en haar arm daardoor in een zeer vreemde stand stond. Ze kotste het gymlokaal van schrik onder en ik bood als nobele vriendin aan om die smerige rommel op te ruimen, want dan doen vriendinnen voor elkaar dacht ik. De rest van de klas zal mij wel voor malloot hebben aangezien die er bijzondere ideeën op nahield waar het vriendschap betreft. Zo van “Ware vriendschap is….. haar kots opruimen als ze valt”.

De kinderfeestjes waar ik het over hebt, zijn de feestjes die ik heb georganiseerd namens mijn kinderen.  En dat is het geluk van het hebben van een grote schare kinderen, dan mag je ook veel feestjes organiseren. De aftrap van het allereerste kinderfeestje werd gegeven tijdens de vijfde verjaardag van mijn oudste zoon. Ter ere van die gelegenheid zaten er vijf jongetjes op onze bank met grote ogen naar mij te kijken. En vijf stuks, want dat hadden de kinderbladen mij geadviseerd, voor elk jaar van de leeftijd van de jarige een kind uitnodigen. Het leek mij een geweldig idee om met de kinderen na het uitpakken van de cadeautjes en het eten van de taart ouderwetse spelletjes te doen. En daar stond ik mij dan uit te sloven, terwijl de kinderen op de bank zaten te wachten wanneer ze nu eindelijk eens mochten spelen met het nieuwe speelgoed van de jarige.

Dat zou een leermoment geweest kunnen zijn, maar op het eerste feestje van mijn tweede zoon had ik meer aan mijn presentatietechnieken gewerkt dan aan het programma.  Alleen zaten zijn gasten niet op de bank naar mij te kijken op wat er komen ging. Zij sprongen als een stelletje op hol geslagen dieren op mijn bank en op elkaar. Het kostte mij de grootste moeite ze in het gareel te houden. Ze waren zelfs zo druk dat de jarige zijn eigen feestje te veel vond. Later bleek dat de ouders van de uitgenodigde kinderen verrast waren dat ik de kinderen in deze combinaties had uitgenodigd, ze bleken de drukste kinderen van de klas!

Al doende leerde ik. In de volgende kinderfeestjes die mijn twee oudsten hadden hield ik strak de regie over wie een felbegeerde uitnodiging kreeg. Ook begreep ik uit eigen ervaring dat het beter is met de kinderen ergens naar toe te gaan en de organisatie van het feest te delen met bijvoorkeur professionals.

Toen mijn oudste zoon tien jaar werd, zou hij zijn laatste kinderfeestje geven. Mijn beredenering was dat hij vanaf dan te groot werd voor kinderfeestjes. Hij mocht voortaan zijn vrienden op het grotemensenfeest (bij de familie dus) uitnodigen en met chips en cola naar zijn eigen kamer verdwijnen. Ik dacht daarmee volledig mee met mijn kind en zijn belevingswereld.  En natuurlijk kon ik  langzamerhand aan de afbouw van de kinderfeestjes beginnen. Het laatste echte  kinderfeestje van deze zoon bevestigde dat mijn keuze een goede was. Deze keer waren er naast jongens ook meisjes op het feestje, waarbij we gingen bowlen. En naast de bowlingballen vlogen ook de hormonen mij  om de oren. Aan alle kanten trokken de kinderen aan elkaar en tegelijkertijd duwden ze elkaar ook weer weg. Dat leek mij voor alle betrokkenen dodelijk vermoeiend. Ik heb in ieder geval zelden een nacht zo goed geslapen, moe als ik was van het uit elkaar halen van de  jongens en meisjes en ze aan het bowlen te krijgen. Na afloop zorgden wij er zelf voor dat de kinderen thuis afgeleverd werden. Daarmee hielden we de controle in eigen handen en waren niet overgeleverd aan de snelheid van de andere ouders wanneer ze hun kind zouden komen halen. Want deze kluwen kindertjes in huis te hebben, kon ik in gedachten al niet verdragen.

Hoewel mijn enthousiasme voor kinderfeestjes dramatisch is afgenomen de laatste jaren, probeer ik toch elk kind een leuk kinderfeestje te geven. Toen mijn derde zoon dan ook zijn eerste kinderfeestje gaf, heb ik weer net zo enthousiast samen met hem bepaald wie er op zijn feestje kwam. We kwamen op drie kinderen, zijn vierde voorstel werd door mij van de hand gewezen. Dat ging om een volslagen wildvreemd kind op het schoolplein waarvan hij ter plekke de naam verzon. Hij hoopte op een kamer vol kinderen die allemaal speciaal voor hem zouden komen. De dag voor zijn feestje bleken twee van de drie uitgenodigde kinderen niet te komen wegens onbenoemde omstandigheden. We zouden dus één kind als een prins verwelkomen op het eerste kinderfeestje van zoon nummer drie. En met een enorme bombarie hebben wij het feestje gevierd, de meeste herrie kwam deze keer van ons in plaats van de feestgangers. Mijn zoon heeft met zijn ene gast genoten van zijn kinderfeestje. En wij genoten ook. Vonden we het eerst zielig dat maar één kind kwam, het was heerlijk om je aandacht te richten op slechts twee belhamels.  Nu is hij weer bijna jarig, dus zullen we weer alles uit de kast moeten halen om een geweldig kinderfeestje te organiseren. We gunnen hem een kamer vol gasten speciaal voor hem. Maar stiekem hopen we op een herhaling van dat eerste kinderfeestje, want beter één kind rustig aan de taart, dan tien in je gordijnen!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.